Deze module wil je helpen om:
Denk eens na over een fantasie die je hebt gehad. Het maakt niet uit of deze eenmalig was of iets waarover je vaker fantaseerde. Het mogen zowel seksuele als niet-seksuele fantasieën zijn. Beantwoord dan de volgende vragen:
seksuele fantasie | niet-seksuele fantasie | |
---|---|---|
Waar was je toen je deze fantasie had? | ||
Waren er anderen in de buurt? Kende je deze mensen, of juist niet? | ||
Op welk moment van de dag was dit? | ||
In welke stemming verkeerde je vlak voordat je deze fantasie had? | ||
Was er die dag iets gebeurd waardoor je in die stemming verkeerde? | ||
Wat was je stemming nadat je deze fantasie had gehad? |
Denk nu na over andere fantasieën die je hebt gehad en beantwoord vervolgens dezelfde vragen. Herken je misschien bepaalde thema’s? Heb je bijvoorbeeld vaak fantasieën als je in een bepaalde stemming verkeert of juist op een bepaald moment van de dag? Het kan zijn dat je ontdekt dat seksuele fantasieën net iets andere thema’s hebben dan niet-seksuele fantasieën. Noteer de verschillen en overeenkomsten.