In deze module verkrijg je inzicht in de volgende aspecten:
Onze gedachten, gevoelens en gedragingen hebben grote invloed op elkaar.
Voorbeeld: Wanneer je midden in de nacht een harde knal hoort, wat denk je dan dat het is? Hoe zou je reageren? Als je een hond hebt, denk je misschien dat er iets is omgevallen, je voelt dan irritatie maar gaat weer slapen; maar als je alleen woont, denk je wellicht aan een inbreker, waarna je bang wordt en de politie belt.
Het zijn dus je gedachten die bepalen hoe je je in die situatie voelt en hoe je vervolgens reageert.
Hetzelfde gaat op voor je gevoelens over jezelf (zelfbeeld), je gevoelens over de situatie en tegenover anderen. Zo zal iemand die zich machteloos voelt motivatie verliezen en geloven dat het geen zin heeft iets te proberen, aangezien het toch niet zal lukken. Hij zal geneigd zijn zich terug te trekken en zichzelf te isoleren. Iemand die veel piekert over problemen en zich op negatieve aspecten focust, zal veel minder snel de positieve eigenschappen van mensen of situaties zien, wat zijn gevoel van eenzaamheid kan versterken.
Positief denken bevordert gezond gedrag. Negatief denken behelst gedachten waarin je het slechtste in alles ziet. Negatief denken manifesteert zich vaak in gedragspatronen die gekarakteriseerd worden door stress, zorgen, angst en frustratie.
Zie voor informatie ook module 15 ‘innerlijk gesprek’.